
De entrees tot de woning hebben we direct aan de straat en aan het water gesitueerd. Bij binnenkomst loop je dus meteen een ‘kamer’ binnen, je betreedt direct de leefwereld van de bewoners.
Op de begane grond hebben we tegen één zijde van de kavelgrens, zeg maar de muur van de buren, helemaal niks gebouwd. De buitenruimte loopt door van de voorzijde naar de achterzijde van de kavel. Zo ontstaat er op de begane grond, parallel aan de buitenmuur, een bijna symmetrische gevel van 30 meter lang waarin de verschillende toegangen tot de binnenruimten een belangrijke rol spelen. Dit is de voornaamste gevel van het huis en de kracht van deze gevel komt in z’n geheel ten goede aan de binnenwereld van het huis.